Voordracht Prof.Dr. T.H. van der Harst
Voordracht Prof.Dr. T.H. van der Harst.
Nu ik in deze bijzonder grote zaal wat verhalen mag vertellen, gaan mijn gedach ten onvermijdelijk uit naar een wat stijlvoller locatie - te klein voor onze huidige doeleinden - de Grote Collegezaal van het Geologisch Instituut.
Daar hebben wij onze eerste instructie ontvangen: college Algemene Geologie van Professor Brouwer. De stof werd helder en indringend gegeven, en sommige zaken zijn onuitwisbaar in het geheugen gegrift. Bijvoorbeeld bij de behandeling van het transport van sediment door de wind, de fijnste deeltjes die door de lucht over grote afstanden worden weggevoerd. De boodschap was: U moet de bijdrage van het transport van fijn sediment in suspensie in de lucht niet onderschatten. Dat komt voortdurend op allerlei plaatsen terecht, waar het al dan niet na erosie en transport deel gaat uitmaken van de sedimentaire formaties.
Vervolgens de slagzin:
"Het stof in de huiskamer is een aeolische afzetting, en de stofdoek van de huisvrouw is een eroderend agens".
Toen collega Oen mij vroeg hier een bijdrage te leveren, legde hij uit dat het was om een gat te vullen. Het ging om de jaren na de oorlog, en het gat zat bij Mijnheer de Roever.
U heeft uit zijn schier encyclopedisch overzicht kunnen opmaken, dat de lacune inmiddels is opgevuld. Dat geeft mij de gelegenheid een vrije keus te maken uit nog te belichten aspecten. Staat U mij toe te beginnen met een kort filmpje, gemaakt in de zomer van 1948 en 1949. Het geologisch veldwerk vond in die tijd plaats op Corsica en in Lapland. De film beschrijft de reis van Dr. Staargaard (toen nog geen Dr) naar Zuid-Lapland, onze eigen terreinen, en een bezoek met Prof. Brouwer aan studenten die nog weer verder Noordelijk werkten.
(filmprojectie )
Laten we terugkeren naar het Geologisch Instituut. Hoe ging het met de levende have ervan?
De Geologische Vereniging Amsterdam was een goede intrafaculteit studentenvereniging. Het is interessant een oud jaarverslag door te lezen. Het begint met een klaagzang over "de overkoepelende organisaties die tegenwoordig alles overwoekeren". Dat waren:
- NPF Natuur-Philosophische Faculteitsvereniging
- ASVA Algemene Studenten Vereniging Amsterdam
- PHILFAC Landelijke Organisatie Nat.Phil.Faculteits Verenigingen
- NGMSO Nederlands Geologisch-Mijnbouwkundige Studenten Organisatie.
Er is sindsdien weinig veranderd, alleen zou Philosophische nu vermoedelijk als Filosofiese worden geschreven. Er was een nulde jaars-inauguratie, die zeer geslaagd werd genoemd; nog dagen daarna was het Instituut ontvolkt. Er werd gevoetbald met Utrecht om een trophee: "De Zilveren Geologenbal".
Er werden ook nog zeven lezingen georganiseerd.
Het enige, dat aan ons geluk ontbrak was een eigen café. Ik kan me herinneren, dat we eigenlijk tamelijk jaloers waren op de mijnbouwstudenten in Delft, die bij "Jan Garos" een dergelijke faciliteit wel tot hun beschikking hadden.
Het kwam voor, in contacten met Delftenaren, dat dit naar voren werd gebracht als een pluspunt waar enige superioriteit aan kon worden ontleend. Met een beetje doordenken bleek correctie echter zeer wel mogelijk. In het kort kwam het er op neer, dat je stelde "De mijnbouwers in Delft hebben een café waar de studenten zich moed indrinken vóór ze voor de rest van hun leven ondergronds gaan". Een aardig contrast met je eigen gouden toekomst in het vrije veld; de rest van de discussie
kon met vertrouwen tegemoet worden gezien.
Zeer kort nog iets over de geologische excursies. Onvergetelijk, je leerde enorm veel, en de avonden werden in gepaste vreugde doorgebracht, zonder dat het overigens een puinhoop werd.
De enige plaatsen waar we na al die jaren niet meer terug mochten komen waren:
- de jeugdherberg in Dinant
- Hotel Seiler in Zermatt.
In beide gevallen gaat het om evenementen in 1946, tijdens excursies niet lang na de bevrijding. Aangevoerd kan worden, dat die jeugdherberg 's avonds om 10 uur al dicht ging en daarna nog slechts via het dak entree kon verschaffen. In Zermatt liep het bij de viering van Brouwer's 60e verjaardag wat uit de hand.
In retrospect was het een uitzonderlijk en dynamisch tijdsgewricht, de periode waarover ik sprak. De druk was van de ketel en de herkregen vrijheid was voelbaar en intoxicating.
Ik wil graag mijn dank betuigen aan de organisatoren van deze reünie. Dat was een goed en moedig initiatief, en wij wensen dekaan en bestuur geluk en wijsheid in hun pogingen, de waardevolle erfenis die zij meedragen een juiste plaats te geven in het nieuwe bestel.